Wat zijn antioxidanten?
Antioxidanten beschermen uw lichaam tegen zogenaamde ‘vrije radicalen’ en andere schadelijke stoffen die in het lichaam vrijkomen als gevolg van allerlei oxidatiereacties. Zogenaamde oxidatieve deeltjes komen vrij bij het vrijmaken van energie uit voedingsstoffen, maar zijn ook aanwezig in sigarettenrook en vervuilde lucht. Ook bij bepaalde ziekteprocessen, zoals ontstekingsreacties, kunnen veel vrije radicalen worden gevormd. Als ze niet tijdig worden uitgeschakeld, kunnen vrije radicalen schade aanbrengen aan lichaamscellen. Zo spelen ze mogelijk een belangrijke rol in het verouderingsproces en bij het ontstaan van diverse welvaartsziekten. Belangrijke antioxidanten in onze voeding zijn vitamine C en E, maar ook een groot aantal bioactieve stoffen hebben een antioxidantwerking.
De vorming van vrije radicalen in het lichaam is een normaal biologisch proces dat uw lichaam onder meer gebruikt bij het onschadelijk maken van ongewenste indringers (zoals bacteriën) door het afweersysteem.
Vrije radicalen komen in het lichaam vrij bij processen waarbij veel zuurstof wordt verbruikt (zoals bij lichamelijke inspanning), maar ook door blootstelling aan schadelijke stoffen, UV-licht, door inhalatie van sigarettenrook en luchtvervuiling. Ook bij bepaalde ziektes, zoals diabetes en met name (chronische) ontstekingsreacties kunnen veel meer vrije radicalen gevormd worden.
Antioxidanten en de bescherming van de lichaamscellen
Onder normale omstandigheden worden lichaamscellen beschermd tegen vrije radicalen door een aantal antioxidant-enzymen en door voedingsstoffen met een antioxidantwerking, zoals vitamine E, vitamine C en betacaroteen en andere (bioactieve) stoffen in de voeding. Ook het mineraal selenium heeft daarbij een functie.
In hoeverre deze stoffen daadwerkelijk bijdragen aan de bescherming tegen vrije radicalen is echter nog niet duidelijk.
Als de balans tussen de vorming van vrije radicalen en de antioxidantverdediging verstoord is, kunnen vrije radicalen schadelijk worden voor het lichaam. Er is dan sprake van zogenaamde oxidatieve stress. Dit kan leiden tot celbeschadiging en functieverlies en speelt waarschijnlijk een rol bij het ontstaan van verschillende ziekten, zoals kanker en hart- en vaatziekten.
Ook aandoeningen van het centrale zenuwstelsel en verouderingsverschijnselen worden wel in verband gebracht met een overmatige aanmaak of onvoldoende afbraak van vrije radicalen.
Het feit dat een bepaalde stof een antioxidantwerking heeft, zegt echter niet zoveel. Of de stof het schadelijke effect van vrije radicalen teniet kan doen is afhankelijk van het vermogen van de stof om in voldoende mate te worden opgenomen door het lichaam en het op de juiste plaats in het lichaam (de cel) aanwezig zijn.
Supplementen af te raden
Het nemen van supplementen met extra antioxidanten gaf in een aantal onderzoeken een toename in plaats van een afname van het risico op kanker te zien. Dit is gevonden voor hoge doseringen betacaroteen (meer dan 15 mg per dag) en het risico op longkanker, en hoge doseringen betacaroteen in combinatie met vitamine A (retinol) of vitamine E en het risico op maagdarmkanker.
Een verklaring hiervoor is een zogenaamd pro-oxidant-effect, wat wil zeggen dat bij te hoge concentraties antioxidanten ongewenste negatieve effecten kunnen optreden die het tegenovergestelde zijn van de verwachte antioxidantwerking.
Daarom is voorzichtigheid geboden bij het nemen van hoge doseringen antioxidanten in supplementvorm. Een evenwichtige voeding met volop groenten en fruit levert voldoende voedingsstoffen inclusief antioxidanten in ‘veilige’ hoeveelheden en verkleint het risico op kanker.
Bij hart en vaatziekten blijkt het gebruik van supplementen met antioxidanten geen positief, maar ook geen negatief effect te hebben op het ziekterisico.
Bron: voedingscentrum